Het risico op overdracht van infectieziekten of maligniteiten op de patiënt als gevolg van de behandeling met donorhuid wordt zoveel mogelijk verminderd door de medische geschiedenis van de donor te screenen en het bloed van de donor te testen op een aantal overdraagbare ziektes.
Donorhuid die geïnfecteerd is, wordt tijdens de donorselectie of bij de serologische tests afgewezen. Deze criteria voor donorselectie zijn gebaseerd op de EU-richtlijnen en de richtlijnen van de EATCB. Bij de verwerking van de donorhuid in het laboratorium wordt een aseptische methode gebruikt.
Daarnaast wordt de donorhuid getest op microbiologische contaminatie. Glycerol heeft antibacteriële en antivirale eigenschappen. Het risico op infectie kan echter niet 100% worden uitgesloten in verband met eventuele onbekende of met de huidige technieken nog niet te detecteren micro-organismen.